HOME     www.tegels-uit-rotterdam.com

 

                 

De laatste Rotterdamse tegelbakkerijen 3
Piet Hein, Delfshaven (Frederik Jacobus Kleijn)

Wilhelm Joliet / Jan Pluis

 

Opmerking vooraf

Produkten uit de tegelbakkerij Piet Hein werden beschreven in
De laatste tegelbakkerijen in Rotterdam 2
Tegelbakkerij Schiedamsedijk / Leuvehaven
Jan Pluis

www.tegels-uit-rotterdam.com/schi.html

 

Die letzten Rotterdamer Fliesenmanufakuren 2
Fliesenmanufaktur Schiedamsedijk / Leuvehaven
Jan Pluis / Wilhelm Joliet

www.tegels-uit-rotterdam.com/schi_d.html

 

 

In deze publicatie vermeld ik vooral de data en feiten uit het leven van Frederik Jacobus Kleijn en zijn tegelbakkerij Piet Hein.

 

 

Over de persoon

Frederik Jacobus Kleijn werd op 19-10-1819 in Rotterdam geboren. 01 Zijn ouders waren Antonie Kleijn en Anna Maria Elisabeth Ellerkamp.

 

1. Geboorteacte van Frederik Jacobus Kleijn.

 

Antonie Kleijn, in 1793 in Rotterdam geboren, woonde bij de Volkstelling van 1829 met zijn vrouw Anna Maria Elisabeth Ellerkamp en vier kinderen aan de Vest in een huis met het nummer 364 02. Frederik Jacobus had in die tijd drie jongere zusters: Anna Hendrika geboren op 26-12-1822 03, Jannetje Alida geboren op 27-08-1825 04 en Jacoba Frederica geboren op 21-06-1828. 05 Als beroep van Antonie Kleijn werd ‘zelfstandig opererend koetsier‘ opgegeven. Hij had een ‘palfrenier‘ in dienst, die bij hem inwoonde. 06
Het personenvervoer was klaarblijkelijk niet lonend genoeg voor hem, want bij de Volkstelling van 1839 werd als beroep ‘voerman‘ opgegeven. 07
Frederik Jacobus woonde toen nog bij zijn ouders aan de Vest in het huis met nummer 364. Als beroep werd ‘kantoorbediende‘ ingevuld. 08
In 1842 was Frederik Jacobus als kantoorbediende in de Rotterdamse tegelbakkerij Aalmis Verwijk & Zoonen werkzaam en woonde met zijn moeder in het bedrijfspand aan de Leuvehaven. 09 Bij de Volkstelling van 1843 woonde hij met zijn moeder nog in hetzelfde pand Leuvehaven C 329. Eigenaar van de tegelbakkerij en van het woonhuis was nu Cornelis Roeland Verwijk. 10 Nog in hetzelfde jaar werd Willem van Traa de nieuwe eigenaar van de tegelbakkerij en woonhuis. Hij nam Frederik Jacobus Kleijn als kantoorbediende over en stelde hem en zijn moeder een woning in het achterhuis aan de Dijkzijde ter beschikking. 11
Op 19-02-1845 trouwde Frederik Jacobus Kleijn de op 15-03-1819 in Rotterdam geboren Catharina Maria Theresia Hopman. 12  

  

2. Trouwacte van Antonie Kleijn, waarin hij ‘sleeper‘ als beroep wordt vermeld.

 

Het echtpaar Kleijn - Hopman kreeg op 01-05-1846 een dochter: Anna Maria Elisabeth. 13

 

Over het bedrijf ‚PIET HEIN‘

Frederik Jacobus Kleijn beëindigde op 21-08-1850 zijn dienstverband bij Willem van Traa. 14

Hij diende op 13-12-1850 een verzoek in bij de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de oprichting van een tegelbakkerij in Schoonderloo, Gemeente Delfshaven, Wijk D N 80 oudt, E N 68 nieuw. 15

3. Verzoek van Frederik Jacobus Kleijn tot de oprichting van een tegelbakkerij in Schoonderloo, Gemeente Delfshaven. 15

 

Transcriptie van de acte:

B 13 Dec. 50 nr 33
Heeren Gedeputeerde Staten
Der Provintie Zuid Holland.

De ondergetekenden, Frederik Jacobus Kleijn, wonende Goudschen Singel, wijk 13 N 902 te Rotterdam, neemt de vrijheid UEd consent te verzoeken, tot het oprigten eener Tegel of Muursteentjes bakkerij in het pand thans ingerigt tot Leerloijerij, staande en gelegen te Schoonderloo, Gemeente Delfshaven, wijk D N 80 Oud, E N 68 Nieuw, strekkende van de straat tot achter aan de Maas.
Hoogst aangenaam zoude het den ondergetekenden zijn spoedig een gusntige beschikking van UEd te ontvangen, ten einde daardoor in de gelegenheid te zijn, eenige werklieden te kunnen plaatsen, welke sints vele jaren hun bestaan vonden in dergelijke fabriek te Rotterdam, doch welke zaak hoogst waarschijnlijk eerlang zal ophouden te bestaan.
In afwachting uwer dispositie, heeft hij de eer, met verschuldigde hoogachting zich te noemen

UE DW Dienaar,
F.J. Kleijn.
Rotterdam, 19 November 1850.

 

De bewoners van Delfshaven werden op 28-11-1850 door het gemeentebestuur van Delfshaven in kennis gesteld, dat Frederik Jacobus Kleijn uit Rotterdam het plan had in Schoonderloo, Wijk E, nommer 68 een werkplaats voor de productie van tegels op te richten. Aanwonenden konden hun bezwaren tegen op de oprichting van het bedrijf kenbaar maken. Jozias Moret, zonder beroep, weduwe van Hendrik Engel en de bierbrouwer Charles Rene Ficq van Baerll verklaarden, dat zij geen bezwaren hadden tegen de oprichting van de werkplaats. 16
Op 27-12-1850 werd de in Rotterdam wonende Frederik Jacobus Kleijn van de stad Delfshaven met eensluidend besluit de goedkeuring van de oprichting van de werkplaats meegedeeld. 17
F.J. Kleijn kocht van Jan en Jozias Moret, woonhuis, opslagruimte en schuur in Schoonderloo, Gemeente Delfshaven, Wijk E met het nummer 68. Hier was tot de verbouwing tot tegelbakkerij een leerlooierij gevestigd.
De notariële koopovereenkomsten werden op 26-02-1851 en op 02-04-1851 gesloten. 18
In het adresboek van 1851 werd Frederik Jacobus Kleijn als ‘tegelbakker‘ genoemd en als zijn woning Schoonderloo 71 vermeld. 19
Zijn tegelbakkerij benoemde hij naar de in Delfshaven geboren bekende zeeheld ‘Piet Hein‘.
Op 29-10-1851 verscheen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant de volgende advertentie:

     

4. Op 29-10-1851 verscheen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant deze advertentie.

 

F.J. Klein (de schrijfwijze wisselt voortdurend van Klein, Kleyn tot Kleijn) bood in deze advertentie witte en geschilderde tegels aan, die ook konden worden besteld bij zijn vader A. (Antonie) Kleyn in Rotterdam.
In het Gemeenteverslag over 1851 wordt vermeld: ‘De fabriek van muurtegeltjes in’t afgeloopen jaar opgerigt is steeds werkzaam van den goeden gang dier onderneming kunnen wij bepaald niets opgeven’. 20
Op 17-08-1852 verscheen de volgende mededeling in het Algemeen Handelsblad:

     

5. Mededeling op 17-08-1852 in het Algemeen Handelsblad.

 

In een terugblik van de politie voor het jaar 1852 werd gemeld, dat in augustus de tegelbakkerij in Schoonderloo afbrandde. De brand werd waarschijnlijk veroorzaakt door hout dat in de nabijheid van de oven opgeslagen werd. Door de snelle bestrijding van de brand werden de naastgelegen gebouwen gered. 21
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant verscheen op 16-09-1852 de volgende advertentie waarin metselaars worden gevraagd voor de opdracht van opbouw van de fabriek te solliciteren:

 

6. Advertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 16-09-1852.

 

Reeds aan het einde van 1853 waren bij Frederik Jacobus Kleijn al weer vijf volwassenen en een kind in zijn tegelbakkerij ‘Piet Hein‘ werkzaam.
Kinderarbeid gold in het midden van de 19de eeuw als ‘normaal‘. Daarbij was de leeftijd van de kinderen als arbeider op tenminste 10 jaar gesteld. 22

 

   

7. Gegevens over de tegelbakkerij van Frederik Jacobus Kleijn uit 1853 in het archief van Delfshaven. 22

 

Een van in deze tijd in de tegelbakkerij ‘Piet Hein‘ werkzame tegelschilders was Hendrik Hendrik Dekker (1776-1853). 23 Hij was een goede oude bekende van Frederik Jacobus Kleijn, want hij werkte sinds 1797 in de tegelbakkerij van Aalmis Verwijk & Zoonen als ‘tegelbakkersknecht‘, dus in de Rotterdamse tegelbakkerij aan de Schiedamsedijk / Leuvehaven, waar Frederik Jacobus Kleijn von 1842 tot 1850 als kantoorbediende werkzaam was.
In deel 2 zijn reeds enkele tegels en tegeltableaus van ‚Piet Hein‘ afgebeeld. Hier worden nog enkele aanvullende voorbeelden gegeven.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8. Boer met paard, 2 x 3 tegels, Delfshaven, ca. 1855.

 

 

 

 

9. Vier bijbeltegels in cirkel met voor Delfshaven kenmerkende hoekmotieven (ossenkop). Uit een schoorsteenboezem in een boerderij te Zoeterwoude. Delfshaven, ca. 1852

Numeri 21:8,9

Mozes en de koperen slang

 


Mattheus 4:3

De verzoeking van Jezus in de woestijn - stenen in brood veranderen


Mattheus 2:14

De vlucht naar Egypt

 

Genesis 28:11-13

Jakobs droom

 

10. Beschrijving van de tegels van afb. 9.

 

Nadat Johannes van der Wolk in 1842 zijn tegelbakkerij sloot, kwam vermoedelijk een schilder bij Frederik Jacobus Kleijn in dienst. De tegels met Mozes die de stenen tafelen ontvangt en Jona onder de wonderboom zijn daarvan een voorbeeld (Abb. 11, 12). Het roosterwerk onder in de cirkel herinnert nog aan Johannes van der Wolk, de ossenkoppen heeft hij aangepast aan de stijl bij Frederik Jacobus Kleijn.

  

 

11. O 103 - Exodus 31:18 – Mozes ontvangt de stenen tafelen, Delfshaven, um 1860.
12. O 292 - Jona 4:5,6 - Jona onder de wonderboom, Delfshaven, ca. 1860.

 

Herbert van den Berge fotografeerde een tegelwand met landschappen en een met 1862 gedateerd tableau met een boterhandel, ongetwijfeld uit de tegelbakkerij te Delfshaven. Bij de landschapstegels valt de trapeziumvormige ondergrond op, de huizen hebben zeer spitse gevels.

  

 

13. Landschap, Delfshaven, ca. 1860.  

 

14. Landschap, Delfshaven. In een in 1862 gebouwde boerderij te Zouteveen (Vlaardinger-Ambacht).  

 


15. Tableau met een boterhandel, 4 x 5 tegels, Delfshaven, 1862. In de onderste baan van de omlijsting is ingekrast: J. Rodenburg 1862 P. Zonneveld. In de boerderij Zonnehoeve in Zouteveen (Vlaardinger-Ambacht).

 

Jan Rodenburg (1815-1904) trouwde in 1841 met Petronella Zonneveld (1820-1890). Het jaartal 1862 zal betrekking hebben op de nieuwbouw van de boerderij. (RCE 184.389)

 

16. Gelegenheidstegel uit de tegelbakkerij 'Piet Hein', Delfshaven, 1853.

Zijn laatste geschilderde tegel schilderde Hendrik Dekker in 1853 op de leeftijd van 77 jaar in de tegelbakkerij ‘Piet Hein‘ in Delfshaven.

In de gemeenteverslagen van Delfshaven werd voor 1855 meegedeeld, dat de tegelbakkerij over het hele jaar goede opdrachten kreeg voor de drie arbeiders. 24
Voor het afgelopen jaar 1856 werd in de gemeenteverslagen opgemerkt, dat de tegelbakkerij zoveel opdrachten had, dat verschillende aanvragen afgewezen moesten worden. 25
Eind 1857 staat in de gemeenteverslagen: ‘De tegelbakkerij verkeert voortdurend in bloeijende staat, de bestellingen bedragen doorgaans meer dan in dezelve gefabriceerd worden kan’ en dat er zeven arbeiders in dienst waren. 26
In 1858 werkten bij Frederik Jacobus Kleijn in zijn tegelbakkerij ‘Piet Hein‘ acht volwassenen en twee kinderen. 27

 

 

17. Gegevens over de tegelbakkerij van Frederik Jacobus Kleijn uit 1858 in het archief van Delfshaven. 27

 

Voor 1858 wordt in de gemeenteverslagen genoteerd: De tegelbakkerij blijft nog steeds in eenen bloeyenden staat, en heeft niet genoeg kunnen opleveren; zoodat vele bestellingen onuitgevoerd zijn moeten blijven’. 28
En voor 1859 een soortgelijke opmerking: ‘De tegelbakkerij, hoe uitgebreid ook, had zooveel werk dat zij alle bestellingen niet kon uitvoeren’, zelfs niet met negen arbeiders. Er werd  500 ton vuurklei ingevoerd. 29
Ook in 1860 was de productie op een goed peil: ‘De tegelbakkerij blijft in gunstigen staat, en heeft vele bestellingen’. Het aantal arbeiders was negen. 30
In 1861 teisterde een vloedgolf  Delfshaven. Of het eigendom van Frederik Jacobus Kleijn getroffen werd, blijkt niet uit zijn in boekvorm verschenen publicatie over de beschrijving van Delfshaven. 31
Met de produktivitei van de tegelbakkerij ‘Piet Hein‘ ging het echter bergafwaarts. In 1861 werd meegedeeld, dat werkplaatsen en fabrieken aan gebrek aan afzet van hun producten leden. Als oorzaken werden spannungen in Europa en de burgeroorlog in Noord-Amerika aangegeven. 32
Nadrukkelijk werd opgemerkt: „De Tegelbakkerij heeft door weinig aflevering naar buiten’s lands minder verwerkt.“ F.J. Kleijn had toen nog zeven arbeiders in dienst.
In 1861 werd aanbevolen de handel met het buitenland, vooral met Engeland en België, op te nemen of te intensiveren. 33

In oktober 1861 schonk Frederik Jacobus Kleijn 42 tegels aan het Industrial Museum of Scotland in Edinburgh. 34

 

  

   

18 en 19. Tegels in het depot van het museum uitgelegd door Hans van Lemmen.

Er zijn 40 verschillende decors en een tegel met de naam van de tegelbakkerij. De in deze publicatie met Nr. 16 aangeduide tegel bevinden zich in de verzameling twee stuks.

 

 

20. Alle tegels in de verzameling hebben op de achterzijde een dergelijk etiketje.

 

De aan het museum in Edingburgh van F.J. Kleijn in historisch besef geschonken collectie omvat Rotterdamse tegels van een tijdsbestek van meer dan 150 jaar. Deze moest de hoge kwaliteit van het vakmanschap aanschouwelijk maken. Er kan er van uitgegaan worden dat de decors 10, 18 en 26 in de tegelbakkerij ‚Piet Hein‘ ontworpen werden.

In England had de vervaardiging van tegels sedert 1840 een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Mechaniserung maakte het mogelijk tegels te persen en decors via transfers aan te brengen.

 

Nr.

TEGEL IN HET ROYAL SCOTTISH MUSEUM, EDINBURGH

VERGELIJK OVEREENKOMSTIGE TEKENINGE IN HET ROTTERDAMMER MODELLENBOEK VOOR TEGELS BESCHRIJVING VAN DE DECORS VINDPLAATS BIJ JAN PLUIS, DE NEDERLANDSE TEGEL, -DECORS EN BENAMINGEN-
01


3195 oud 7/ nieuw 15

Diagonaal decor met bogen A.01.03.60
         
02   Zigzagbanden met kralensoeren A.01.70.12
         
03


3195 oud -/ nieuw 47

Landschap in dubbel gebogen achtkant met geparelde rand; hoekmotief: kwartrozet A.03.01.34
         
04


3195 oud 88 / nieuw 32

Kievitseitjes A.01.05.42
         
05   Lofvaasje A.01.30.25
         
06   Tulpkolomrand A.14.05.07
         
07   Mythologisch tafereel in spitse accolades; hoekmotief: kwartrozet A.03.09.07
         
08   Servetster A.01.05.45
         
09   Central decor met omlijsting A.01.28.10
         
10   Tulp in gekarteld vierkant; hoekmotief: lelie  
         
11   Rank met roosterwerk A.01.01.49
         
12   Central decor zonder omlijsting met hoekmotief A.01.11.43
         
13


3195 oud 190 / nieuw 18

Drietulp in accolades met vleugelblad A.05.04.05
         
14


3195 oud 74 / nieuw 86

Kruisroosjes A.01.12.60
         
15


3195 oud 3 / nieuw 3

Bloemruitjes A.01.13.16
         
16   Fijne mandjes met cupido‘s A.01.30.34
         
17     A.01.10.30
         
18      
         
19   Hamburger achtkant A.01.24.01a
         
20


3195 oud 18 / nieuw 19

Centraal decor zonder omlijsting langs twee diagonalen A.01.12.57
         
21   Beugelbladen A.01.03.40
         
22   Landschap in cirkel; hoekmotief: ossenkop A.03.01.24
         
23   Fijn nagelblad

nagel = anjer

A.01.11.58
         
24


3195 oud 93 / nieuw 33

Dubbel kruisblad A.01.12.47
         
25


3195 oud 5 / nieuw 4

Gebloemde beugel A:01.03.02
         
26     Vgl. A.01.27.04
         
27      
         
28


3195 oud 71 / nieuw -

Roos in achtkant met lof A.05.02.07
         
29



3195 oud 1 / nieuw 75

  A.01.03.08
         
30


3195 oud 178 / nieuw 12

Krullen A.01.10.34
         
31   Vaas met guirlandes;

hoekmotief: quartrozet

A.10.01.03
         
32


3195 oud 23 / nieuw 50

Druifranken A.01.30.02
         
33   Haarlemmer boeket A.01.11.37
         
34   Vierkant ruitpatroon

‘Cristalsteen‘

A.01.12.23
         
35


3195 oud 103 / nieuw 23

Klaverblad

RIT 1849 Gekl. Klaverblad

A.01.12.50
         
36   Landschap in het achtkant in het lof met cupido‘s B.12.00.05
         
37


3195 oud 127 / nieuw 38

Pleziertje in afgeplatte accolades met bloem en bladkrul B.07.00.05

 

         
38


3195 oud 10 / nieuw 70

Centraal decor met omlijsting; vierpas A.01.21.14
         
39   Damborden A.0113.05
         
40   Landschap heel over A.03.01.11
         
41   Donker schildpad D.07.00.03
         

 

Notitie in het jaarbericht van de gemeente Delfshaven in 1862: ‘in de Tegelbakkerij waren de werkzaamheden gelijk aan die van het vorig jaar, het vervoer naar het buitenland was onbeduidend; slechts 123,000 stuks tegels werden er vervaardigd’. 35 Er werkten toen nog zes arbeiders.
In 1863 kocht Frederik Jacobus Kleijn van de tegelbakker Willem van Traa in Rotterdam voorbeeldtekeningen voor zijn tegelbakkerij. 36
Kleijn had in aanvankelijk in 1863 nog vijf arbeiders in dienst, moest dan echter vanwege ontbrekende opdrachten, vooral uit het buitenland, de productie beëindigen. In het begin van dat jaar werden nog 59.000 tegels gemaakt. 37

 

 

Einde van de tegelbakkerij PIET HEIN

In het voorjaar van 1864 gaf Frederik Jacobus Kleijn de tegelbakkerij ‘PIET HEIN‘ op. 38
Op 28-03-1864 verscheen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant de advertentie dat op 06-04-1864 bij de Notarissen PAATS & NIERSTRASZ in Rotterdam een huis en erf in Schoonderloo ter veiling kwam en aansluitend tot verkoop werd aangeboden.

 

 

21. Advertentie van 28-03-1864 in de Nieuwe Rotterdamsche Courant.

 

In de Nieuwe Rotterdamsche Courant verscheen op 08-06-1864 een advertentie dat op 13-06-1864 in de tegelbakkerij van de heer J. Klein in Schoonderloo des middags om 12 uur een molenwerk met acht rondsels en andere zaken verkocht zouden worden. De machines en andere goederen konden twee uur vóór de verkoop bezichtigd worden. Daarmee werd een eindstreep onder de tegelbakkerij ‚Piet Hein‘ in Schoonderlo getrokken.

 

 

22. Advertentie van 08-06-1864 in de Nieuwe Rotterdamsche Courant.

 

Met het einde van de tegelbakkerij ‚Piet Hein‘ eindigde tegelijkertijd de rijke traditie van de geschiedenis  van de sedert 1609 in Rotterdam handgemaakte tegels, want al in 1852 stopte Willem van Traa de tegelproductie van de Rotterdamse tegelbakkerij Schiedamsedijk / Leuvehaven.

Het echtpaar Kleijn-Hopman vertrok op 16-04-1869 met dochter Anna Maria Elisabeth naar Vrijenban. 39
Frederik Jacobus Kleijn bleef met Delfshaven verbonden als secretaris van de Commissie ter Oprichting van een standbeeld voor de zeeheld PIET HEIN. Op de natuurstenen sokkel van het standbeeld PIET HEIN vindt men de namen van leden van de technische Commissie ingemetseld, waaronder ook F.J. Kleijn als secretaris van de Commissie ter Oprichting van het standbeeld.

 

 

23. Zilveren troffel. Deze werd op 08-07-1870 bij de eerste steenlegging voor het standbeeld gebruikt. (Historisch Museum Rotterdam, inv.nr. 514)

 

 

24. Burgers van Delfshaven voor het standbeeld van de zeeheld PIET HEIN.

 

Op 17-10-1870 onthulde Prins Hendrik in Delfshaven het standbeeld ter ere van de zeeheld PIET HEIN. 40

 

De familie Kleijn keerde in 1872 terug naar Delfshaven. 41
In 1873 gaf Frederik Jacobus Kleijn een boek uit over de geschiedenis van Delfshaven. 42 Hij publiceerde ook in 1873 de brochure ‚Standbeeld van Piet Heyn - Verslag van al hetgeen daarop betrekking heeft‘. 43
De familie Kleijn vertrok in 1874 van Delfshaven naar Rotterdam, Westzeedijk 15/690, later naar de Oosterstraat 13/10 no. 32 en daarna naar de Verlengde Goudsche Straat no. 87. Voor Frederik Jacobus werd als beroep steeds ‘Boekhouder‘ aangegeven. 44
In 1876 schonk Frederik Jacobus Kleijn de Stad Rotterdam keramiek, een modellenboek voor tegels en voorbeeldbladen uit de tegelbakkerij. 45

 

No

Dagtekening

Omschrijving van het Geschenk

Ontvangsten van

15

22 Mei

Twee basementen van Delftsch aardewerk, vervaardigd in der tijd in de Rott. tegelbakkerij van Aalmis

den Heer

F.J. Kleijn alhier

 

16

Junij

Model.boekje van het Tegelbakkers gilde te Rott. alsmede eenige losse modellen voor tegels en tafereelen

denselfde

 

Op 02-02-1881 overleed Catharina Maria Theresia Hopman, echtgenote van Frederik Jacobus Kleijn in Rotterdam. 46
De weduwnaar vertrok op 05-02-1891 met zijn ongehuwd gebleven dochter naar Van der Werffstraat 52 in Rotterdam. 47
Daar overleed Frederik Jacobus Kleijn op 30-01-1898 in de ouderdom van 78 jaar. 48
Zijn dochter Anna Maria Elisabeth overleed ongehuwd op 08-02-1900 in Rotterdam in de ouderdom van 53 jaar. 49

 

 

Noten

HvP = Anton Hoynck van Papendrecht ‚De Rotterdamsche plateel- en tegelbakkers en hun product, 1590 – 1851‘ Rotterdam 1920.
RJB = Eppe Wiersum ,De laatste Rotterdamsche tegelbakkerij‘ in Rotterdamsch Jaarboekje 1921.

01 Archiv Rotterdam, Akte nr. 1867, Rotterdam 1819b129

02 Wijksregister van 18292

03 Akte nr. 2444, Bron Rotterdam 1822b242v

04 Akte nr. 1687. Bron Rotterdam 1825b035

05 Akte nr. 1287. Bron Rotterdam 1828a216

06 Adresboek 1829.

07 Wijksregister van 1839

08 Wijksregister van 1839.

09 Adresboek 1842 und HvP, p. 330

10 Wijksregister van 1842 und RJB, p. 111

11 Adresboek 1842

12 Archiv Rotterdam, Huwelijksdatum 19-02-1845, Rotterdam 1845a48v

13 Akte nr. 1147, Bron Rotterdam 1846b041

14 HvP p. 330 No. 377 / RJB, p. 111

15 Plaatselijke besturen Delfshaven en Schoonderloo, 1131 Processen-verbaal de commodo et incommodo wegens het oprichten van fabrieken 1844-1877 -1131-

16 Plaatselijke besturen Delfshaven en Schoonderloo, 1131 Processen-verbaal de commodo et incommodo wegens het oprichten van fabrieken 1844-1877 -1131-

17 Verbaal van het verhandelde bij burgermeester en wethouder der Stad Delfshavenn frijdag 27 december 1850

18 Archief van de Gemeente Delfshaven, Notarieel archief NNA2369, het jaar 1851, relaas van de registratie 16 february 1851 -6- eb 2 april 1851 -10-

19 Adresboek 1851

20 Gemeenteverslagen 1851-1865; 1851, hfdst. XIV

21 Gemeenteverslagen 1851-1865, Gemeente Policie 1852: Hfst 11

22 Archief van de Gemeente Delfshaven Nr. 1128 Opgave van Fabrieken 1848-1858 -1853-

23 HvP No. 362 BIS / E. Wiersum ‚Een zeldzaam doopbordje‘ in Oude Kunst, No. 1 Okt. 1912

24 Gemeenteverslagen 1851-1865, 1855, Hfst 14

25 Gemeenteverslagen 1851-1865, 1856, HFST 14

26 Gemeenteverslagen 1851-1865, 1857 HFST 14

27 Archief van de Gemeente Delfshaven Nr. 1128 Opgave van Fabrieken 1848-1858

28 Gemeenteverslagen 1851-1865, 1858, HFST 14

29 Gemeentverslagen 1851-1865, 1859, HFST 14

30 Gemeentverslagen 1851-1865, 1860, HFST 14

31 F.J. Kleijn, ‘Beschrijving en Geschiedenis van Delfshaven‘; Joh. van der Pauwert; Delfshaven 1873 -p. 385-409

32 Jaarverslag Gemeente Delfshaven, 1861

33 KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN,1861

34 ROYAL SCOTTISH MUSEUM, EDINBURGH

35 Jaarverslag Gemeente Delfshaven, 1862, p 40

36 RJB, p. 111

37 Jaarverslag Gemeente Delfshaven, 1863, HFST 14, p.39

38 RJB, p. 112

39 HvP, p. 330, No. 377

40 Wikipedia

41 HvP, p. 330 No. 377

42 Frederik Jacobus Kleijn ‚Beschrijving en Geschiedenis van Delfshaven‘, Joh. L. van der Pauwert, Delfshaven

43 Rotterdam bij M. Wyt & Zoonen

44 HvP, p. 330, No. 377

45 Archief van de Commissie voor de Archieven, in. no. 190, lijst van aanwinsten

46 Akte nr. 487, Bron Rotterdam 1881a085

47 Adresboek 1891 und RJB

48 Akte nr. 554, Bron Rotterdam 1898b048

49 Akte nr. 956, Bron Rotterdam 1900n081

 

 

Literatuur

Jager, Ingrid de, Nora Schadee (red.), Tegels uit Rotterdam, Rotterdam 2009.

Jager, Ingrid de, ‘Negentien tegelbakkerijen van 1609-1866‘. In: Tegels uit Rotterdam, Rotterdam 2009, p. 42-76.

Joliet, Wilhelm, ‘Tiles from the Piet Hein Workshop of F.J. Kleyn in the Royal Scottish Museum Edinburgh‘. In: Glazed Expressions, nr. 25 (1992), p. 2-4, 6 Abb.

Joliet, Wilhelm, Die Geschichte der Fliese, Köln 1996.

Joliet, Wilhelm, Rotterdamsch modellenboek voor tegels afkomstig van het tegelbakkersgilde, Königswinter 2001.

Kamermans, Johan, ‘De productie van de laatste Rotterdamse tegelfabriek‘. In: Tegels uit Rotterdam, Rotterdam 2009, p. 204-221.

Kleijn, Frederik Jacobus, ‘Beschrijving en Geschiedenis van Delfshaven‘; Joh. van der Pauwert; Delfshaven 1873.

Kleijn, Frederik Jacobus,‘Standbeeld van Piet Heyn - Verslag van al hetgeen daarop betrekking heeft‘, M. Wyt & Zoonen, Rotterdam 1873.

Papendrecht, Anton Hoynck van, ‘De Rotterdamsche plateel- en tegelbakkers en hun product, Rotterdam 1920.

Pluis, Jan, Bijbeltegels-Bibelfliesen, Münster 1994.

Pluis, Jan, De Nederlandse Tegel,decors en benamingen 1570-1930 / The Dutch Tile, Designs and Names 1570.1930, m.m.v. dr.D. Hanekuijk, P. Bolwerk en J. van Loo. Derde, herziene en vermeerderde druk / Third, revised and enlarged edition, Primavera Pers, Leiden 2013.

Wiersum, Eppe,‘De laatste Rotterdamsche tegelbakkerij‘ in Rotterdamsch Jaarboekje 1921.

 

 

Bekijkt u ook a.u.b onze berichten:

De laatste tegelbakkerijen in Rotterdam 1
Tegelbakkerij Het Wapen van Dantzich, Hoogstraat, Rotterdam
Jan Pluis

www.tegels-uit-rotterdam.com/wolk.html

 

Die letzten Rotterdamer Fliesenmanufakturen 1
Fliesenmanufaktur Het Wapen van Dantzich, Hoogstraat, Rotterdam
Jan Pluis / Wilhelm Joliet

www.tegels-uit-rotterdam.com/wolk_d.html

 

De laatste tegelbakkerijen in Rotterdam 2
Tegelbakkerij Schiedamsedijk / Leuvehaven
Jan Pluis

www.tegels-uit-rotterdam.com/schi.html

 

Die letzten Rotterdamer Fliesenmanufakuren 2
Fliesenmanufaktur Schiedamsedijk / Leuvehaven
Jan Pluis / Wilhelm Joliet

www.tegels-uit-rotterdam.com/schi_d.html

 

 

Mijn dank gaat uit naar:

Hans van Lemmen voor het beeldmateriaal uit Edinburgh, Johan Kamermans, Jan Pluis en Pieter Ratsma voor hun vriendelijke hulp bij de bewerking van dit bericht, en mijn zoon Norbert voor bewerking en publicatie van dit bericht.

 

 

Foto’s

Hans van Lemmen, Leeds De tegels in het Industrial Museum of Scotland in Edinburgh   in de tabel

Horst Arians, Remels 11, 12

Herbert van de Berge, Zuidbroek 14, 15

Jan Pluis, Noordsleen 8, 16

Peter Sprangers, Utrecht 9

Museum Rotterdam   23, 24